
SCHEERMESSEN II
Een frisse wandeling langs zee.Het is al weer een tijdje geleden: was de Nieuwjaarsduik mijn laatste bezoek aan het strand? Ik ben bang van wel.
De zon scheen vriendelijk, de wind waaide fris en vrolijk, kinderen met schepjes en emmertjes, vaders met kroost op hun schouders, spelende honden, vliegeraars, stelletjes innig gearmd langs de waterlijn.
Een klassieke aanblik, het seizoen lijkt geopend.
Het was eb en ik liep met de zon en de wind in mijn rug noordwaarts. De weidsheid van de lucht, het tomeloze water en het strand is een van die lifesavers op een suffe zondagmiddag.
De strelende wind maakt mijn hoofd leeg en hersenspinsels drijven weg op de tuimelende golven.
Zoals altijd zocht ik naar schelpen, net zoals de meeuwen en strandlopertjes dat verderop ook deden. Er lagen veel scheermessen op het strand. De meeste waren open met het witte vlees er half uit. Dinner is served! dacht ik terwijl ik naar de meeuwen op het water keek. Verderop zag ik een mes rechtop boven de zandbodem uitsteken en ik liep erop af om het eruit te trekken. Het was een flinke. Die is voor mij, dacht ik. Het water liep me al in de mond en ik dacht aan een recept met veel knoflook. De zee was gul, want bij elke stap zag ik gesloten schelpen liggen of rechtop boven het zand uitsteken. Het leukste is om de schelp als een asperge uit de bodem te trekken.
Ik werd er hebberig van en al gauw was het teveel om in een hand te houden.
Mijn baret fungeerde als mandje die ik vulde totdat het bol stond.
‘Kijk, deze leeft!’ riep een klein meisje die er een in haar hand ophield.
‘Dat is voor de vogels om te eten’, zei haar vader.
Echt niet, dacht ik in het voorbijlopen en ik glimlachte van oor tot oor.
Ik voelde me rijk, had ik dat al gezegd?
Het leven zorgt voor het leven zelf.
Voldaan liep ik met de buit onder mijn arm…
De zee, wat heb ik het gemist, toch weer wat vaker gaan.
Het weer voor morgen voorspelt zon met een matige veertien graden…
Gewoon weer gaan!