Af en toe even wegkijken van het scherm om mijn ogen rust te gunnen.
Mijn blik blijft een poosje op de rozen die we in het weekend aan de deur hebben gekocht.
Mijn ogen glijden verder als ik getsjirp en geroep uit de achtertuin hoor. Vogeltjes vliegen af en aan. Van tak naar tak, dan weer hippend tussen het groen aan het vijvertje op zoek naar iets eetbaars.
De halve kokosnoot met maden gevuld, swingt van tijd tot tijd heen en weer als er een vogeltje in geland is, een meesje, musje of de roodborst die regelmatig in onze tuin neerstrijkt. De bedrijvigheid en het getsjirp doorbreekt de stilte van de ochtend die al vroeg begon op mijn werkplek aan de grote tafel in mijn huiskamer …
Een ekster in de voortuin lijkt met krasse geluiden zijn schorre keel te schrapen. Het klinkt sacherijnig en dwingend. Misschien met de verkeerde vleugel uit de boom gevlogen. Het schijnt dat hij ook zacht en melodisch kan zingen, dat gegeven intrigeert me en ik vraag me af of dat aan het seizoen ligt, of aan zijn gemoedstoestand.
Zijn herkenbare geluid klinkt opeens in de achtertuin. Als ik opkijk zie ik de grote vogel in deftige outfit balanceren op een kale twijg van de Japanse kers. Het ziet er stuntelig uit. De verhouding klopt niet. Hij is veel te groot voor het takje waar doorgaans kleinere soortgenoten op landen en bewegingloos op rusten. Aan de deinende kokosnoot te zien heeft hij vergeefse pogingen gedaan om daar iets uit te halen. Dat zal zijn sacherijn wel aangewakkerd hebben want hij krast er weer hard op los en vliegt zijn trots achterna …
Kon je hem maar even uitnodigen voor een kopje thee, bakje koffie of troost. Om de dag opnieuw te beginnen, maar dan goed.
Stel je voor dat dat zomaar kon.
Ik teken ervoor!